Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
uitroepend
uitroepend
Dutch
Participle
uitroepend
present participle
of
uitroepen
Declension
Inflection of
uitroepend
uninflected
uitroepend
inflected
uitroepende
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
uitroepend
uitroepende
indefinite
m.
/
f.
sing.
uitroepende
n.
sing.
uitroepend
plural
uitroepende
definite
uitroepende
partitive
uitroepends
Pronunciation
Similar Results