Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
buitgemaakt
buitgemaakt
Dutch
Participle
buitgemaakt
past participle
of
buitmaken
Declension
Inflection of
buitgemaakt
uninflected
buitgemaakt
inflected
buitgemaakte
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
buitgemaakt
indefinite
m.
/
f.
sing.
buitgemaakte
n.
sing.
buitgemaakt
plural
buitgemaakte
definite
buitgemaakte
partitive
buitgemaakts
Pronunciation
Similar Results