Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
voorbijga
voorbijga
Dutch
Verb
voorbijga
first-person
singular
present
indicative
of
voorbijgaan
(when using a subclause)
(
archaic
)
singular
present
subjunctive
of
voorbijgaan
(when using a subclause)
Anagrams
ga voorbij
Pronunciation
Similar Results