Definify.com

Definition 2024


verstrekkend

verstrekkend

Dutch

Participle

verstrekkend

  1. present participle of verstrekken
Inflection
Inflection of verstrekkend
uninflected verstrekkend
inflected verstrekkende
comparative
positive
predicative/adverbial verstrekkend
verstrekkende
indefinite m./f. sing. verstrekkende
n. sing. verstrekkend
plural verstrekkende
definite verstrekkende
partitive verstrekkends

Etymology 2

From ver + strekkend.

Adjective

verstrekkend (comparative verstrekkender, superlative verstrekkendst)

  1. far-reaching
Inflection
Inflection of verstrekkend
uninflected verstrekkend
inflected verstrekkende
comparative verstrekkender
positive comparative superlative
predicative/adverbial verstrekkend verstrekkender het verstrekkendst
het verstrekkendste
indefinite m./f. sing. verstrekkende verstrekkendere verstrekkendste
n. sing. verstrekkend verstrekkender verstrekkendste
plural verstrekkende verstrekkendere verstrekkendste
definite verstrekkende verstrekkendere verstrekkendste
partitive verstrekkends verstrekkenders