Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


raadplegen

raadplegen

Dutch

Verb

raadplegen

  1. to consult

Inflection

Inflection of raadplegen (weak)
infinitive raadplegen
past singular raadpleegde
past participle geraadpleegd
infinitive raadplegen
gerund raadplegen n
verbal noun —
present tense past tense
1st person singular raadpleeg raadpleegde
2nd person sing. (jij) raadpleegt raadpleegde
2nd person sing. (u) raadpleegt raadpleegde
2nd person sing. (gij) raadpleegt raadpleegde
3rd person singular raadpleegt raadpleegde
plural raadplegen raadpleegden
subjunctive sing.1 raadplege raadpleegde
subjunctive plur.1 raadplegen raadpleegden
imperative sing. raadpleeg
imperative plur.1 raadpleegt
participles raadplegend geraadpleegd
1) Archaic.

Etymology

raad +‎ plegen

Pronunciation

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms