Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
ontrouw
ontrouw
Dutch
Noun
ontrouw
f
(
uncountable
)
infidelity
Adjective
ontrouw
(
not comparable
)
unfaithful
Inflection
Inflection of
ontrouw
uninflected
ontrouw
inflected
ontrouwe
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
ontrouw
indefinite
m.
/
f.
sing.
ontrouwe
n.
sing.
ontrouw
plural
ontrouwe
definite
ontrouwe
partitive
ontrouws
Etymology
on-
+
trouw
Pronunciation
Hyphenation:
on‧trouw
Similar Results
Onerous