Definify.com

Definition 2024


ontrouw

ontrouw

Dutch

Noun

ontrouw f (uncountable)

  1. infidelity

Adjective

ontrouw (not comparable)

  1. unfaithful

Inflection

Inflection of ontrouw
uninflected ontrouw
inflected ontrouwe
comparative
positive
predicative/adverbial ontrouw
indefinite m./f. sing. ontrouwe
n. sing. ontrouw
plural ontrouwe
definite ontrouwe
partitive ontrouws