Definify.com

Definition 2024


klaarkomend

klaarkomend

Dutch

Participle

klaarkomend

  1. present participle of klaarkomen

Declension

Inflection of klaarkomend
uninflected klaarkomend
inflected klaarkomende
comparative
positive
predicative/adverbial klaarkomend
klaarkomende
indefinite m./f. sing. klaarkomende
n. sing. klaarkomend
plural klaarkomende
definite klaarkomende
partitive klaarkomends