Definify.com

Definition 2024


inzetten

inzetten

Dutch

Verb

inzetten

  1. to insert
  2. to start off
    PvdA-leider Wouter Bos zei na afloop van het gesprek dat hij nog lang niet voldoende beweging bij het CDA ziet om nieuw beleid in te zetten. Labour Party leader Wouter Bos said, after the termination of the talk, that he so far does not see enough movement by the CDA to be able to start off a new policy.
  3. to use, to employ
    De Gargariërs werden onderdrukt, en ingezet voor de huishoudelijke taken zoals het bewerken van textiel en het bereiden van voedsel, terwijl de Amazonen hun gebied uitbreidden via de kustlijn van Kaukasus tot Thracië. The Gargarians were oppressed, and used for housekeeping tasks such as the working of textiles and the preparation of nutrients, while the Amazons extended their region via the coastline of the Caucasus up to Thrace.
  4. place a bet

Inflection

Inflection of inzetten (weak, separable)
infinitive inzetten
past singular zette in
past participle ingezet
infinitive inzetten
gerund inzetten n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular zet in zette in inzet inzette
2nd person sing. (jij) zet in zette in inzet inzette
2nd person sing. (u) zet in zette in inzet inzette
2nd person sing. (gij) zet in zette in inzet inzette
3rd person singular zet in zette in inzet inzette
plural zetten in zetten in inzetten inzetten
subjunctive sing.1 zette in zette in inzette inzette
subjunctive plur.1 zetten in zetten in inzetten inzetten
imperative sing. zet in
imperative plur.1 zet in
participles inzettend ingezet
1) Archaic.

Anagrams