Definify.com

Definition 2024


ingrijpend

ingrijpend

Dutch

Participle

ingrijpend

  1. present participle of ingrijpen

Inflection

Inflection of ingrijpend
uninflected ingrijpend
inflected ingrijpende
comparative
positive
predicative/adverbial ingrijpend
ingrijpende
indefinite m./f. sing. ingrijpende
n. sing. ingrijpend
plural ingrijpende
definite ingrijpende
partitive ingrijpends

Adjective

ingrijpend (comparative ingrijpender, superlative ingrijpendst)

  1. Radical, thoroughgoing.

Inflection

Inflection of ingrijpend
uninflected ingrijpend
inflected ingrijpende
comparative ingrijpender
positive comparative superlative
predicative/adverbial ingrijpend ingrijpender het ingrijpendst
het ingrijpendste
indefinite m./f. sing. ingrijpende ingrijpendere ingrijpendste
n. sing. ingrijpend ingrijpender ingrijpendste
plural ingrijpende ingrijpendere ingrijpendste
definite ingrijpende ingrijpendere ingrijpendste
partitive ingrijpends ingrijpenders