Definify.com

Definition 2024


geaccentueerd

geaccentueerd

Dutch

Participle

geaccentueerd

  1. past participle of accentueren

Declension

Inflection of geaccentueerd
uninflected geaccentueerd
inflected geaccentueerde
comparative
positive
predicative/adverbial geaccentueerd
indefinite m./f. sing. geaccentueerde
n. sing. geaccentueerd
plural geaccentueerde
definite geaccentueerde
partitive geaccentueerds