Definify.com

Definition 2024


bekend

bekend

Danish

Verb

bekend

  1. imperative of bekende

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈkɛnt/
  • Rhymes: -ɛnt

Etymology

From the root of kennen (to know).

Adjective

bekend (comparative bekender, superlative bekendst)

  1. (well-)known
  2. familiar, trusted

Inflection

Inflection of bekend
uninflected bekend
inflected bekende
comparative bekender
positive comparative superlative
predicative/adverbial bekend bekender het bekendst
het bekendste
indefinite m./f. sing. bekende bekendere bekendste
n. sing. bekend bekender bekendste
plural bekende bekendere bekendste
definite bekende bekendere bekendste
partitive bekends bekenders

Synonyms

Antonyms

Derived terms

Participle

bekend

  1. past participle of bekennen

Inflection

Inflection of bekend
uninflected bekend
inflected bekende
comparative
positive
predicative/adverbial bekend
indefinite m./f. sing. bekende
n. sing. bekend
plural bekende
definite bekende
partitive bekends

Anagrams