Definify.com

Definition 2024


aangeboren

aangeboren

Dutch

Adjective

aangeboren (not comparable)

  1. native, innate
  2. congenital

Inflection

Inflection of aangeboren
uninflected aangeboren
inflected aangeboren
comparative
positive
predicative/adverbial aangeboren
indefinite m./f. sing. aangeboren
n. sing. aangeboren
plural aangeboren
definite aangeboren
partitive aangeborens